[home][inhoud site][Inhoud bovenbouw][practicum][links]

 

 

Stofwisseling

studiewijzer 5.2 (5 atheneum)

domein D4

Antwoorden 5

4. Dissimilatie

  1. -
  2. Zie voor uitleg van de celademhaling op onze website. Er staan ook samenvattingen op.

  3. -
  4. NAD en FAD
  5. eindoxidatie (oxidatieve fosforylering)

    Klik op de afbeelding voor een animatie

    Klik op de afbeelding voor een animatie

     

  6. -
  7. De watersofionen worden aan het eindproduct van de glycolyse (puryvaat=pyrodruivenzuur) geplakt.
    Klik op de afbeelding voor een animatie van de glycolyse


    Bij de
    melkzuurgisting ontstaat dan melkzuur.
    Bij de alcoholgisting gaat er eerst CO2 af daarna ontstaat ethanol.

     

  8. Bij melkzuurgisting komt geen CO2 vrij
    Bij melkzuurgisting wordt de pH lager
    Bij alcoholgisting kan ethanol aangetoond worden.
  9. De resterende energie zit als chemische energie in melkzuur en alcohol. Onder aerobe omstandigheden kan die energie in de meeste organismen er nog uitgehaald worden via citroenzuurcyclus en eindoxidatie.
    Klik op de afbeelding voor een animatie van de citroenzuurcyclus


     

  10. a.NH3
    b.Als er aminozuren over zijn of als er glucose en vet tekort is. Bijvoorbeeld na lang hongerlijden.
    Het eiwitgehalte van het bloed daalt dan. De osmotische waarde van het bloed daalt. Lichaamsvocht gaat van het bloed naar de weefsels. De benen en buik zwellen op door vocht. Die heet hongeroedeem.
  11. Vetmoleculen en vetzuren bevatten veel meer H-atomen dan glucose. Vet is meer gereduceerd. Er kan dus meer H en electronen van vet naar de eindoxidatie.
    Vet levert per gram dus meer ATP.
  12. RQ is de verhouding tussen de hoeveelheid afgegeven CO2 en de hoeveelheid opgenomen zuurstof.
    Bij alcoholgisting is de Respiratoirqoutiënt veel groter dan 1 (CO2:O2 > 1) Er wordt immers alleen CO2 afgegeven en geen O2 opgenomen.
    Bij gewoneverbranding glucose wordt evenveel CO2 afgegeven als O2 opgenomen
    (CO2/O2=1)
    Vet bevat veel meer H-atomen dan O atomen. Er wordt veel meer O2 gebruikt dan CO2 geproduceerd. (CO2/O2<1)
  13. Schimmels, dieren (mensen), de meeste bacteriën
  14. Als de fotosynthe even sterk is als de celademhaling, dan worden er via de huidmondjes geen zuurstof en/of koolstofdioxide afgegeven of opgenomen.
    Klik op de afbeelding om uit te vergroten.

  15. Klik op de afbeelding om uit te vergroten.


    a.
    400 ml/uur
    b.
    400 ml/uur
    c.
    1000 ml/uur
    d.
    200 ml/uur
    e.
    600 ml/uur
    f.
    400ml/uur
    g.
    licht
    h.
    CO2, de temperatuur of de hoeveelheid bladgroen